1,2 kilo kruimige aardappels (geschild, in stukken)
200 gram rucola (grof gesneden)
1 citroen (rasp en sap)
1 ui (gesnipperd)
400 gram kastanjechampignons (schoongeveegd, in kwarten)
5 eetlepel gehakte verse tijm
100 gram Melkan roomboter ongezouten
100 ml Melkan halfvolle melk
125 gram Melkan geraspte kaas jong belegen
4 eetlepels g’woon olijfolie traditioneel
1 eetlepel Marne Groninger mosterd grof & pittig
Bereiden:
Neem de biefstukken uit de koelkast. Kook intussen de aardappels circa 20 minuten in water met zout. Meng de rucola met de citroenrasp en -sap.
Giet de aardappels af en stamp met een derde van de boter, de mosterd en de melk tot een puree. Schep de kaas erdoor en laat deze smelten. Stamp de rucola erdoor en houd de stamppot warm op een lage stand. Roer af en toe door.
Verhit 2 eetlepels olijfolie en fruit hierin de ui 2-3 minuten. Voeg de champignons toe en bak tot het meeste vocht verdampt is. Schep de helft van de overige boter en de tijm erdoor. Houd warm.
Bestrooi de biefstukken met zout en peper. Verhit de rest van de olijfolie en bak hierin het vlees 1 minuut per kant. Voeg de rest van de boter toe en bak op middelhoge stand nog 1 minuut per kant. Neem de biefstukken uit de pan, wikkel ze losjes in aluminiumfolie en laat 4-5 minuten rusten.
Verdeel de stamppot over warme borden. Leg de biefstukken en de kastanjechampignons erbij. Besprenkel met de jus.