Breng in een ruime kookpan 1,5 liter water aan de kook met afgespoelde spliterwten, schouderkarbonade, laurierblad en eventueel zout.
Kook dit 60 minuten op laag vuur. Verwijder tussendoor het eventuele schuim met een schuimspaan van het water.
Spoel de groenten schoon. Schil de knolselderij en wortel en snij deze in blokjes. Snij de prei in halve ringen en was deze. Pel en snipper de ui. Hak de bladselderij fijn. Houd alle gesneden groenten apart.
Neem het laurierblad en de schouderkarbonade uit de pan. Verwijder het bot van de schouderkarbonade en snij de rest van het vlees in kleine blokjes. Gooi het laurierblad weg.
Pureer de gekookte spliterwten met een staafmixer in de pan.
Voeg de bladselderij, groenten en de schouderkarbonade toe aan de soep. Kook het geheel nog 30 minuten op laag vuur. Roer het geheel af en toe door.
Voeg de rookworst aan de soep toe en breng naar wens op smaak met zout en peper.
Smeer de mosterd op de sneetjes roggebrood en voorzie elk sneetje van twee plakjes katenspek. Serveer bij de erwtensoep.
