Verwarm de oven voor op 190°C. Klop de eieren kort met de boter en suiker. Voeg het bakmeel, een snufje zout en de kaneel toe en klop tot een glad beslag.
Was twee mandarijnen. Rasp het oranje deel van de schil en pers het vruchtvlees. Roer de mandarijnrasp en -sap door het beslag.
Bekleed de bodem van de cakevorm met bakpapier en schep het beslag in de vorm. Bak de cake in het midden van de oven in circa 50 minuten gaar. Laat afkoelen.
Pel de rest van de mandarijnen en verdeel ze in partjes. Meng de poedersuiker en het citroensap voor het glazuur. Bestrijk de cake met glazuur en garneer met de partjes mandarijn.